Als je denkt dat deze blog over autisme gaat, wil ik dat alvast ontkrachten. Daar is namelijk bij mij geen sprake van. Ik heb eerlijk gezegd ook een hekel aan het woord ‘overprikkeling’ op zich. Het was een woord dat tijdens mijn vele opnames vaak viel in de zin van: ‘Ik ben helemaal overprikkeld.’ Nou, nooit uit mijn mond, ik kreeg er altijd een soort allergische reactie van, en dacht vaak: ‘Kom op zeg, hoe ga je je dan in vredesnaam redden in het leven buiten de vier muren van deze kliniek?’. Ik dacht dit overigens wel altijd met een zekere schaamte, want ik voelde wel dat het niet eerlijk was. Alleen, ik kon me er zelf gewoon niets bij voorstellen.
Want van kinds af aan houd ik van gezelligheid en mensen om me heen. Ik voelde me in mijn twintigerjaren ook echt helemaal op mijn plek in de drukte. Winkelen op de Kalverstraat in Amsterdam op zaterdagmiddag was voor mij totaal geen probleem. Heerlijk juist, die reuring. Het liefst had ik, in tegenstelling tot veel van mijn groepsgenootjes, juist zoveel mogelijk prikkels om me heen. Dat betekende dat ik nooit één ding tegelijk deed; ik probeerde in slaap te vallen met heftige klassieke muziek, was altijd bezig en mindfulness of yoga waren totaal niet aan mij besteed. Dit alles had echter ook een functie, namelijk om de drukte in mijn hoofd en lichaam te overschreeuwen.
Nu ben ik een stukje ouder en inmiddels komt het woord ‘overprikkeld’ ook af en toe uit míjn mond, en vaker dan me lief is. Want ik heb tegenwoordig rekening te houden met hoeveel mijn hoofd op een dag er van buitenaf nog bij kan hebben. Heel lang bleek het mogelijk de onrust en chaos in mijn hoofd te overschreeuwen maar helaas lukt me dat niet meer. Vreselijk gefrustreerd raak ik ervan. Bovendien ben ik hardleers dus het duurde lang voor ik dit voor mezelf kon erkennen.
Echte erkenning was het eigenlijk niet, ik kon er gewoon niet meer omheen. Toch duurde het nog lang voor ik zo verstandig was daar ook iets mee te doen. Van écht doen is trouwens nog geen sprake. Ook hier lukt het me alleen andere keuzes te maken als het echt niet meer anders kan. De behandeling die ik doe vraagt ontzettend veel en dan is rust nemen belangrijk maar dat is dus allesbehalve mijn sterkste kant.
Tegenwoordig schaam ik me nog meer over mijn gedachten van vroeger over mijn overprikkelde groepsgenoten, want als zij altijd ervoeren wat ik nu ervaar, snap ik hen veel beter. Het voelt voor mezelf ook als een enorm falen. Immers, ik kan nu veel minder dan ik altijd heb gekund. Dat geldt niet alleen voor de ingewikkelde dingen maar ook voor de leuke dingen. Het maakt me ook verdrietig. Natuurlijk wordt iedereen gevormd door het leven, maar voor mij voelt het alsof ik een ander persoon ben dan ik had moeten zijn. Ik houd eigenlijk nog steeds van drukte en gezelligheid. Maar door de jarenlange strijd moet ik nu noodgedwongen meer op mezelf zijn en dat staat zo haaks op hoe ik het graag had gezien.